17. Check your premises...
Bij de verkiezingen krijgen de woningen en hun energievraag veel aandacht. Is dat wel verstandig en juist?
Bij de gemeenteraadsverkiezingen zijn de verduurzaming en het klimaat een Belangrijk Onderwerp. Aan de linkerkant worden de urgentie en de dreigende klimaatverandering breed uitgemeten, aan de rechterkant wordt een meer sussende boodschap gedeeld: het moet wel, maar we moeten niet te hard van stapel lopen. Er zijn nog steeds partijen die inzetten op “klimaatneutraal” of “energieneutraal” in 2030, maar veel partijen zijn wat voorzichtiger geworden met ambities die verder gaan dan wat internationaal is afgesproken: 55% emissiereductie in 2030 en 0% broeikasgasemissie in 2050.
Bij het vertalen van de ambities naar concrete stappen wordt veel aandacht besteed aan de woningen: isolatie-subsidie; advies voor besparing; voorlichting via buurtinitiatieven. Natuurlijk, de kiezers wonen in huizen en hun hoge energierekening geeft zorgen, maar de woningen vormen slechts een deel van de energievraag.
Hieronder wat cijfers: van de drie grote steden; van een middelgrote provincieplaats; van een gemeente met veel tuinbouwkassen; van een plattelandsgemeente en van heel Nederland. De bron voor de tabellen is de Klimaatmonitor met de data van 2019 of 2020. Het totaal energiegebruik in de tabellen is exclusief de aan auto(snel)wegen toegerekende energie, want daar hebben de gemeenten nauwelijks invloed op.
In de industriestad Rotterdam gebruiken de woningen dus 7% van de totale energie, in de tuinbouwgemeente Westland 5,35%. Een reductie van bv. 50% van het energiegebruik van de woningen levert daar procentueel dus bijna niks op. In woonstad Den Haag, waar 48,28% van het gebruik toe te schrijven is aan de woningen, ligt dat heel anders. Voor heel Nederland geldt dat 22,75% van het energiegebruik gebruikt wordt voor de woningen (exclusief de aan auto(snel)wegen toegerekende energie, dat is ca 300.000 TJ)
Om een bijdrage te leveren aan de hernieuwbare energiedoelen wordt er vooral ingezet op elektriciteit van windmolens en zonnepanelen. Maar de 60% van de energievraag zit in in Nederland in de warmtevraag (grotendeels via gas), elektriciteit is gemiddeld maar 20% van het totaal, de overige 20% is voor het transport. In de woongemeenten is het percentage elektriciteit wat hoger, in gemeenten als Rotterdam of Westland is dat veel lager, daar heeft warmte een hele grote rol. Maar het verduurzamen van de warmtevraag is moeilijk. De retoriek rond Van-Het-Gas-Af kennen we nu wel, maar voortgang is er nog nauwelijks. De belofte uit 2018 om anderhalf miljoen woningen binnen tien jaar van het aardgas af te krijgen, blijkt moeilijk in te lossen.
Veel partijprogramma’s beloven dat de gebouwen voor de publieke dienstverlening energieneutraal worden gemaakt. In sommige gemeenten zet dat zoden aan de dijk, vooral als er een groot ziekenhuis, een hogeschool of universiteit of regeringsgebouwen staan. Maar in veel gemeenten zijn de gebouwen van de marktpartijen veel grotere gebruikers dan de publieke gebouwen.
Bij energie-adviezen aan bedrijven en huishoudens adviseer ik altijd: ken je gebruik en richt je aandacht op de grootste gebruikers in je bedrijf of je huishouden. Dat zou ook een passend advies zijn aan de gemeentelijke politiek: wees kritisch op je uitgangspunten, zorg dat je weet hoe het energiegebruik verdeeld is in de gemeente en concentreer je op de grootste gebruikers. Dat zijn toch vaak, maar niet overal, de bedrijven.
Effectief toezicht geen verkiezingsthema
Veel organisaties (bedrijven maar ook overheden of bv scholen) moeten de Erkende Maatregelen toepassen zoals ze beschreven staan in het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling. Bij meer dan 50.000 kWh elektriciteit en/of meer dan 25.000 m³ aardgasequivalenten per jaar verbruik, is het verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van maximaal 5 jaar of minder uit te voeren. Als ze dat nalaten dan overtreden ze de wet. Maar het toezicht door het bevoegd gezag (de gemeente) op deze plicht is vaak zwak, de gemeenten vinden het lastig om de bedrijven en andere organisaties onder druk te zetten en hun omgevingsdiensten klagen dat ze te weinig budget of personeel of kennis hebben. Het Rijk wil de handhaving verbeteren (zie hieronder de brief van de staatssecretaris). Toch lijkt effectief toezicht geen verkiezingsthema te zijn, er zijn weinig partijen die beloven dat ze er streng op toe zullen zien dat de bedrijven doen wat wettelijk is vastgelegd.
Voor de grootste gebruikers zijn de regels vaag en vrijblijvend en hun rendement op besparingen is laag omdat ze zo weinig energiebelasting betalen - hun energie is relatief goedkoop. De gemeente kan daar weinig aan doen. Dat zouden de gemeenten ook moeten erkennen, ze kunnen veel, maar lang niet genoeg om de afgesproken doelen voor 2030 en 2050 te halen.
Passende links:
De staatsecretaris over de besparingsplicht en de Erkende Maatregelen.
Infomil over de besparingsplicht
Zie de nieuwsbrieven 6 en 11 over de warmtetransitie en 16 over de energiebelasting
Toe lezer, subscribe op Rekenen met Energie (gratis).