11. Gaan we nog van het gas af?
Of was de boodschap “we gaan van het gas af” misschien toch niet zo handig?
In “Rekenen Met Energie” schrijf ik over de energietransitie. Nieuwsbrief nr. 11 gaat over de “van het gas af” boodschap.
Terwijl er tevredenheid is over het 2030 doel van 35 TWh uit zon en wind op land, is het met de warmtetransitie vooral veel getob.
Het Klimaatakkoord werd georganiseerd rond 5 “tafels”. De 5 tafels van het Klimaatakkoord beloofden samen 48,7 Mt CO2 emissie extra te reduceren in 2030 om op 49% reductie te komen ten opzichte van 1990. De tafel “gebouwde omgeving” leverde van de 5 tafels de kleinste bijdrage: 3,4 miljoen ton.
De ongeveer 30 deelnemers van de tafel “gebouwde omgeving” hadden een lijst van ongeveer 150 actiepunten opgesteld, één daarvan was: 1,5 miljoen woningen moeten verduurzaamd zijn in 2030. Het aardgasvrij maken van woningen en andere gebouwen werd ook genoemd, daarvoor werd een aparte actielijn ontwikkeld, het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW).
Het akkoord was duidelijk, in één alinea werden het doel (3,4 miljoen ton reductie), het tempo (2030), de aanpak (wijk voor wijk) en de hoofdrolspelers (de gemeenten) vastgelegd:
Om de klimaatdoelen voor 2030 te halen, moeten we gestaag het tempo van de verduurzaming opvoeren tot meer dan 50.000 bestaande woningen per jaar in 2021. En vóór 2030 moeten we al in een ritme van 200.000 per jaar zitten. Het doel is om in 2030 in de gebouwde omgeving 3,4 Mton minder CO2 uit te stoten dan in het referentiescenario. We kiezen daarvoor een gestructureerde aanpak. Door wijk voor wijk aan de slag te gaan. Gemeenten spelen daarbij een cruciale rol.
(citaat uit het Klimaatakkoord)
In de publiciteit die volgde na de publicatie van het Klimaatakkoord verdween het onderscheid tussen de thema’s Verduurzaming en Aardgasvrij. In de beeldvorming bleef één boodschap hangen: we gaan wijk voor wijk van het gas af. Dat werd een leuk thema om te bekritiseren, zoals Arjan Lubach deed op 8 november 2020. Kritische verwijzingen naar Duitsland, dat juist gas wil bevorderen, werden ook populair. Bewoners begonnen hun gemeente te benaderen met de vraag: wanneer is onze wijk aan de beurt? In veel gemeenten werden bewonersinitiatieven gestart rond het thema gasvrij.
In de eerste maanden van het verse klimaatakkoord waren de berichten optimistisch: de doelen waren haalbaar, de ambitie was hoog maar ieder zou zijn schouders eronder zetten, zodat vanaf 2030 er nog maar 15,3 Mton te reduceren zou zijn (in de gebouwde omgeving) om in 2050 op nul uit te komen.
Maar in de Klimaat en Energie Verkenning (KEV) van 2020 werd al duidelijk dat de restemissie 3,3 Mton hoger was (18,6 Mton), bijna net zo veel als de 3,4 Mton reductie die als 2030 doel was afgesproken. En ondertussen had de EU het 2030 reductiedoel ook nog eens verhoogd naar 55%, de ambitie moest dus verder worden opgeschroefd. Ook werd al snel duidelijk dat de voortgang tegen viel. In de Kamerbrief van minister Ollengren (september 2020) worden de zorgen over de voortgang goed uitgelegd. Een interessante opmerking is:
Het is van belang dat de focus bij gemeenten in de transitievisies warmte en uitvoeringsplannen niet exclusief ligt op het in één keer de stap maken naar een aardgasvrije wijk. (uit de KEV 2020)
Moest de van-het-gas-af boodschap een low profile krijgen? De tafel “gebouwde omgeving” had Diederik Samsom als voorzitter. Nadat hij naar Brussel vertrok nam Maarten van Poelgeest het in 2019 over. In september 2020 blikte hij terug op het eerste uitvoeringsjaar in zijn “Reflectie op een jaar Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving”. Hij probeert daarin de verknoping met gasvrij losser te maken, hij onderscheidt drie transities: de schil (isoleren), de infrastructuur, de bronnen. “De wijkaanpak is daarvoor nodig, maar daarnaast moeten we meer sturen en stimuleren van individuele beslissingen. Niet alles in één keer. Schaal maken langs drie sporen: Warmtenetten waar deze evident het warmte alternatief zijn; hybride warmtepompen waar CO2 winst snel te boeken is; isoleren op natuurlijke momenten”.
Deze genuanceerde aanpak is anders dan het beeld van “we gaan wijk voor wijk van het gas af”. Proberen Ollengren en Van Poelgeest afstand te nemen van het idee dat we planmatig wijk voor wijk gaan omschakelen? Het voorzichtige pleidooi voor de hybride warmtepomp werd niet door iedereen goed begrepen, we gingen toch van het gas af? Was dit een knieval voor de gaslobby?
In juli 2021 trok Van Poelgeest aandacht met een rapport dat door Ecorys was opgesteld om aanvullende beleidspakketten in beeld te krijgen. Ook daarin werden de individuele acties van bewoners meegenomen en werd de hybride warmtepomp weer als optie gepresenteerd daar “waar warmtenetten niet de preferente optie zijn voor 2030”.
Ideologische verwarring?
In Nederland is er veel steun voor het idee dat de transitie een fundamentele en onomkeerbare verandering moet zijn, die begint bij een kleine groep koplopers of wegbereiders en die gevoed wordt door “imagination”. Je vindt dit terug bij de volgers van bv. Rob Hopkins, de grondlegger van Transition Towns. Zoals Jan Rotmans uitlegt in de “Essaybundel over aardgasvrije wijken door negen professoren”:
“Een transitie is dus geen gewone verandering, maar een bijzondere, een fundamentele, onomkeerbare verandering. Transformeren is vergelijkbaar met springen in het diepe, en dat vraagt moed en lef, want je weet niet of en hoe je eruit komt. Vandaar dat de weerstand tegen transformeren groot is, er is per slot veel te verliezen”.
De traditionele aanpak om dingen stapje voor stapje te veranderen, gebruikmakend van wat we NU kunnen en beschikbaar hebben, verhoudt zich slecht met bovenstaande beschrijving van de transitie.
Het realiseren van onze energie- en klimaatplannen leidt steeds tot een “strijd” tussen de stroming die staat voor grote ambities, drastische maatregelen met fundamentele veranderingen, versus degenen die pleiten voor stapsgewijze (incrementele) veranderingen. Het lijkt erop dat de warmtetransitie last heeft van deze richtingenstrijd, de grootse plannen voor wijk voor wijk van het gas af versus de stapsgewijze omschakeling waarbij de burger zelf de stapjes moet zetten en waarbij je best nog wel een tijdje gebruik kunt maken van gas voor een hybride warmtepomp. In deze richtingenstrijd is de hybride warmtepomp wellicht het symbool van de pragmatische richting. De bruggenbouwers in deze hectiek pleiten voor beide opties: én grote stappen én kleine stappen.
De komende maanden moeten de gemeenten hun Transitievisie Warmte opstellen. De opstellers zullen ook worstelen met de vraag: gaan we groots en meeslepend in het diepe springen of gaan we voorzichtig stapje voor stapje te werk of doen we beide? Zoek eens uit waar uw gemeente voor kiest, de aandacht voor de hybride warmtepomp kan indiceren welke keuze de gemeenten maakt….
Enkele relevante links (en zie ook Nieuwsbrief 6 over dit thema):
De KEV 2020 ( zie PBL)
De uitzending van Zondag met Lubach 8 november 2020
De Kamerbrief van Ollengren september 2020
Reflectie op een jaar Klimaatakkoord Gebouwde Omgeving van Maarten van Poelgeest
Het Ecorys rapport van juli 2021
De Essaybundel over aardgasvrije wijken door negen professoren.
Nabrandertje: Martien Visser viste een leuke passage uit een publicatie van VVD en D66. Hij twitterde: ....trendbreuk? VVD en D66 lijken in hun 'document op hoofdlijnen' de wijkgerichte aanpak los te laten, die term komt niet in het stuk voor. Daarentegen zetten ze vol in op de ondersteuning van individuele huishoudens & MBK met #isolatie #hybridewarmtepomp #groengas en #dakpanelen....
Er is dus echt iets gaande rond van-het-gas-af....