1. Het moeilijke komt nog
Het gaat snel met de hernieuwbare elektriciteit. We zijn er nog lang niet, het moeilijke deel komt nog, maar ik bespeur afnemend draagvlak voor grootschalige opties....
In “Rekenen Met Energie” schrijf ik eens per twee weken over de energietransitie. Ik beperk mij tot eenvoudige vragen en het uitleggen van wat er gaande is. Cijfers en feiten zijn daarbij belangrijker dan meningen en speculaties. Vandaag over de snelle groei van hernieuwbare elektriciteit.
In de energietransitie krijgt de ontwikkeling van hernieuwbare elektriciteit veel aandacht.* De windmolens en zonnepanelen worden steeds zichtbaarder in onze directe omgeving. De zonneparken worden talrijker en groter, maar grote en kleine daken worden ook steeds meer benut. De panelen worden snel beter en de vervanging van oude panelen voor nieuwe hoogrenderende panelen begint een nieuwe markt te worden. In het jaar 2000 werd er 8 miljoen kWh uit de panelen geproduceerd, in 2010 was het 56 miljoen kWh en in 2020 kwamen we al rond 7000 miljoen kWh uit, ruim 5% van ons stroomverbruik. Deze groei houdt nog wel even aan, over twee of drie jaar zal 10% uit zon komen. (n.b.: ik voegde passende links toe, zie onderaan deze nieuwsbrief).
Stroom uit wind groeide ook snel, in 1990 was het 56 miljoen kWh, in 2000 was het 744 miljoen kWh en in 2019 werd 10.774 miljoen kWh opgewekt, bijna 9% van ons stroomverbruik. De groei van wind was na 2015 beperkt, maar in 2020 kwamen meerdere windparken op zee en op land op het net en zal de productie weer fors stijgen.
Iets minder zichtbaar in de omgeving is de hernieuwbare stroomproductie op basis van biomassa. De organische fractie in de afvalverbranding, het meestoken van hout in de kolencentrales en de generatoren op biogas leveren ongeveer 6000 miljoen kWh op. Deze productie groeit niet meer, de productie van nu is ongeveer gelijk aan die in 2005.
Alles bij elkaar zitten we nu op ongeveer 25.000 miljoen kWh (25 TWh), 20% van het totaal. In 1990 was dat nog maar 1%, in 2010 was het 10% en nu dus 20%. Opmerkelijk is dat het totale stroomverbruik (ongeveer 115 miljard kWh) nu net zoveel is als in 2010. De groei sinds 1990, die daarvoor elk jaar 2.000 miljoen kWh toevoegde, is verdwenen. Blijkbaar leidt de elektrificatie van Nederland niet noodzakelijk tot meer stroomverbruik, de steeds efficiëntere systemen neutraliseren de toename van het aantal systemen.
Ook in de huishoudens zien we dit terug, het aantal huishoudens groeit en het aantal apparaten in huis ook. Maar het stroomgebruik groeide na 2010 niet meer.
De snelle groei van de nieuwe opweksystemen leidt tot problemen in ons leidingennet. En de inpassing van de steeds wisselende productie uit wind en zon is niet eenvoudig. Toch blijken de systemen beter in staat deze ontwikkelingen beheersbaar te houden dan velen vreesden. In bv. Duitsland en Denemarken zijn de producties uit eind en zon nog veel groter dan bij ons, dit heeft niet geleid tot een onbetrouwbare stroomvoorziening. Denemarken had in 2019 al 50% dekking door zon- en windstroom en zal in 2030 al het gebruik uit hernieuwbare bronnen afdekken.
Dit alles kost heel veel geld. Toch is de stroomrekening voor de meeste huishoudens de afgelopen jaren lager geworden. Kortom: louter goed nieuws! Of toch niet? Ondanks de positieve berichten mogen we niet vergeten dat we in 2010 afspraken dat we in 2030 op 37% hernieuwbare elektriciteit zouden zitten, de nu bereikte 20% is dus nogal mager. In het energieakkoord van 2013 beloofden de provincies dat ze in 2020 gezamenlijk 6000 MW aan windvermogen zouden opstellen, maar we komen niet voorbij de 5000 MW. De groei van zonnevelden begon net op gang te komen, maar de overheden zijn nu vooral bezig met beleidsplannen gericht op het afremmen van die groei.
Tot hier zijn wij gekomen…, 25 TWh is een mooi begin, maar het moeilijke deel ligt nog voor ons.
Enkele passende links:
*Dit is een bewerking van de column die in november 2020 in Friesch Dagblad werd gepubliceerd.
Vindt u dit een waardevolle nieuwsbrief? Ik verzorg ook (online) cursussen “Rekenen Met Energie”, vanaf 60 minuten tot een halve dag. Klik hier om meer te weten.