4. Hoe verdelen we de lasten?
Bij de belastingen op energie gaat het niet alleen over de hoeveelheid, maar ook over de vraag Wie draagt Welk deel bij?
In “Rekenen Met Energie” schrijf ik eens per twee weken over de energietransitie. Ik beperk mij tot eenvoudige vragen en het uitleggen van wat er gaande is. Cijfers en feiten zijn daarbij belangrijker dan meningen en speculaties. Nieuwsbrief nr. 4 gaat over de belastingen op energie en de verdelingsvraag. En vooral over de vraag: gaan we zo door of gaat er iets veranderen?
Energiebelasting
Belastingen worden gebruikt om de overheidsuitgaven af te dekken, maar ook om ons gedrag te beïnvloeden. De “belastingen op milieugrondslag” zijn daarvan een mooi voorbeeld. Naast de milieubelastingen zijn er ook heffingen, samen brengen ze zo’n €25 miljard op, zo’n 3% van ons Bruto Binnenlands Product (BBP).
Voorbeelden van de milieubelastingen zijn: de energiebelasting (EB); de Opslag Duurzame Energie- en klimaattransitie (ODE); de belasting op leidingwater. En: sinds dit jaar is er (weer) een vliegbelasting, €7,84 per vertrekkende passagier. Om het gebruik van leidingwater wat af te remmen werd sinds 2013 de belasting verdubbeld van €0,165 naar €0,354 (excl. BTW) per kubieke meter. In 2019 ging de BTW op water ook nog omhoog van 6% naar 9%.
Om het gebruik van gas te stimuleren was de belasting op gas altijd erg laag, vooral voor de grote afnemers. Dat beleid werkte prima, er is geen land ter wereld waar gas zo breed werd toegepast. Maar inmiddels moeten we van het gas af, de belasting wordt ook nu weer gebruikt om dit nieuwe doel te bereiken. De belasting neemt al een paar jaar elk jaar een beetje toe om het afscheid van gas te stimuleren.
Belasting op aardgas (normaal tarief) per m3 excl BTW
Een huishouden dat 1300 m3 per jaar afneemt draagt nu dus €453,13 af aan Energiebelasting, hij betaalt daar ook BTW over dus is het €548,28. Ook de grote verbruikers gingen meer betalen, de procentuele toename was voor deze groep wat lager en het model van veel lagere belasting voor de grote gebruikers bleef onaangetast. De eerste “schijf” is nu 14 keer hoger dan de derde schijf, in 2013 was dat nog 11,6 keer.
Om de overstap van gas naar elektriciteit te bevorderen wordt het belastinginstrument nu ook ingezet, voor de kleinverbruikers ging de belasting iets omlaag. Maar voor de andere schijven ging het omhoog, de grootste gebruikers het minst. De verhouding tussen het hoge en het lage tarief (in onderstaande tabel) is wat verminderd, nu is het 168, in 2013 was het nog 233.
Belasting op elektriciteit per kWh excl BTW
Een huishouden dat 3300 kWh per jaar afneemt draagt nu dus €311,12 af aan Energiebelasting, hij betaalt daar ook BTW over dus is het €376,46.
Als we de belasting (excl BTW) uitdrukken in Euro per energie-eenheid is een vergelijking tussen gas en stroom mogelijk. Daarbij wordt gerekend met 8,71 kWh energie per m3 gas.
-E.B. op kleinverbruik gas is € 0,34856 per m3 = €0,04 per kWh
-E.B. op kleinverbruik elektriciteit = €0,09428 per kWh
Ondanks de forse verhogingen op gas en de verlaging op elektriciteit is de belasting op stroom nog steeds veel hoger (een factor 2,3) dan op gas.
Niet iedereen beseft dat de belasting ook wat geeft: elke stroomaansluiting met een verblijfsfunctie (dus niet alleen woningen) krijgt een belastingkorting. Deze werd vanaf 2013 minder maar sinds 2020 werd hij weer hoger.
Belastingvermindering per elektriciteitsaansluiting excl BTW
Inclusief BTW is de korting voor een huishouden nu dus €558,56. Deze meevaller is niet bij iedereen bekend, maar hij staat vermeld op de energierekening!
ODE en SDE
De systemen die hernieuwbare energie leveren hebben nog subsidie nodig. De overheid heeft daarvoor een mooie regeling, de SDE-subsidie. De ontwikkelaar van een energieproject krijgt dankzij de SDE-subsidie gedurende 12 of 15 jaren een min of gegarandeerde opbrengst voor zijn productie. Dat geeft de zekerheid waarmee de investeerders verleid worden om te investeren. Hoewel de bijdrage vanuit de subsidie steeds lager wordt, is er toch nog veel geld nodig om de gewenste groei mogelijk te maken. Dit geld wordt ingezameld via de ODE heffing die iedereen op zijn energierekening ziet staan. In een paar jaar tijd is de ODE afdracht snel toegenomen. De ruim 7 miljoen huishoudens legden daarvoor steeds het grootste deel in, maar de regering beloofde dat de bedrijven hun aandeel zouden vergroten. In de belastingtabellen voor 2020 en 2021 is goed te zien dat de beloofde verschuiving plaatsvindt. Toch blijven de tarieven voor de hele grote afnemers veel lager dan die van de kleine gebruikers.
De eerder genoemde kleingebruiker betaalt dus aan ODE:
-bij 1300 m3 gas: 1300 * €0,0851 = €110,63
-bij 3300 kWh stroom: 3300 m* €0,03 = € 99,-
Totaal excl BTW €209,63 (€253,65 incl BTW)
De stijging van de ODE zal nog wel even aanhouden, maar omdat de subsidie op hernieuwbare energie minder wordt zal de groei van de ODE over 3-4 jaar afvlakken. Een curieus verschijnsel is dat lang niet al het geld dat via de ODE wordt opgehaald ook daadwerkelijk wordt uitgegeven. In 2019 becijferde de Rekenkamer dat er €2,5 miljard over was.
Draaien aan de knoppen
Dat de minister heel gericht “draait” aan de verschillende knoppen van het belastingstelsel is bekend. In de toelichting bij de veranderingen van de ODE en de Energiebelasting legde minister Wiebes uit: “Daarnaast is het van belang dat de tarieven voor de energiebelasting (EB) en ODE op termijn prikkels geven die de transitie en meer specifiek de gewenste omslag van aardgas naar elektriciteit ondersteunen”. Hoe dat de komende jaren zal gaan is nu niet te zeggen, dat is aan de regering die na de komende verkiezing gevormd zal worden. Maar ga er maar vanuit dat gas nog zwaarder belast zal worden. Het gaat niet alleen over de hoeveelheid te innen belasting, maar ook om de verdeling: Wie draagt Welk deel bij.
De hierboven genoemde afdrachten voor het voorbeeld huishouden zijn in totaal:
Gas: EB + ODE = €453,13 + €110,63 = €563,76
Stroom: EB + ODE = €311,12 + € 99,- = €410,12
Totaal €973,88 excl BTW
De korting van €461,62 gaat daar vanaf, dan wordt het totaal €512,26 of €619,83 incl. BTW. De 7,8 miljoen huishoudens dragen dus ruim €4,8 miljard belasting af, de BTW niet meegerekend.
In ons systeem worden vooral de grote afnemers ontzien. Een bij-effect van de lage belasting is dat een energiebesparende maatregel die bij een kleine gebruiker snel terugverdiend wordt, bij de grote gebruiker niet kan renderen. Veel verplichte maatregelen, de zogenaamde Erkende Maatregelen uit het Activiteitenbesluit, zijn daarom voor de afnemers van meer dan 170.000 m3 gas niet verplicht - omdat ze onvoldoende renderen.
Het is de vraag of deze aanpak zo blijft. Ik voorspel dat de vraag “Wie draagt Welk deel bij” de komende jaren een belangrijk politiek thema zal worden.
Enkele passende links:
Overzicht van de belastingtarieven
Over de onderbesteding van het SDE-budget
Over de financiële verplichtingen van de SDE regeling
Over de nieuwe ODE tarieven
Over de ontwikkelingen van de milieubelastingen
Dit is een bewerking van mijn column die in januari 2021 in Friesch Dagblad werd gepubliceerd.