3. We gebruiken minder, maar het vermogen groeit.
Het is een vreemde paradox dat we veel aandacht besteden aan energiebesparing en tegelijkertijd steeds meer vermogen nodig hebben in het moderne huishouden. Hoe zit dat?
In “Rekenen Met Energie” schrijf ik eens per twee weken over de energietransitie. Ik beperk mij tot eenvoudige vragen en het uitleggen van wat er gaande is. Cijfers en feiten zijn daarbij belangrijker dan meningen en speculaties. Maar zoals ik vaak uitleg in mijn cursussen: het gaat niet alleen om cijfers, het gaat ook om taal en de betekenis van woorden en begrippen. Vandaag over de Energiegebruik en Vermogen in de huishoudens.
We gaan steeds bewuster om met ons energiegebruik. Het resultaat is dat we nu veel minder gas gebruiken in de huishoudens dan 30 jaar geleden. Maar het vermogen van de CV-combiketel lijkt steeds groter te worden, hoe kan dat? De inzet van meer vermogen zien we ook bij het gebruik van elektriciteit.
Toen vijftig jaar geleden het aardgas naar de Nederlandse huishoudens kwam, werden de kolen- en oliekachels vervangen door gashaarden. De eerste gashaarden waren omgebouwde kolenkachels. Warm water werd geleverd door de gasgeiser in de keuken. Vaak werd ook de douche daarop aangesloten. De capaciteit was niet groot, de waterstraal was zwak en als ergens een andere kraan werd opengedraaid werd het koud onder de douche.
Een alternatief warm-watersysteem was de elektrische boiler. Die elektrische boiler warmde ’s nachts het water op met de goedkope nachtstroom. De boiler kon een krachtige waterstraal leveren, maar de voorraad warm water was beperkt. Dat vereiste goede afspraken over het douchegebruik in de gezinnen, anders had de laatste gebruiker geen warme douche meer.
Eind jaren ’70 gebruikte het gemiddelde huishouden 3000 m3 gas per jaar. Sindsdien zijn we begonnen met het isoleren van de woningen en het verbeteren van de gassystemen. Nu hebben de meeste huizen een centrale verwarming met een hoog rendement combiketel die het huis verwarmt én warm water levert. De combiketels werden steeds efficiënter, slimmer en compacter, de moderne systemen zijn niet veel groter dan een forse schoenendoos. Het gasverbruik per huishouden is inmiddels ruim gehalveerd, we zitten nu gemiddeld rond 1300 m3 per jaar en veel goed geïsoleerde huizen gebruiken nog maar 800 m3. Dan is een ketelvermogen van 10 kW ruim voldoende.
Nu het gasverbruik zo daalt zou je verwachten dat het vermogen van de combiketels ook kleiner wordt. Maar dat is niet zo. De standaard combiketel is 24 kW, maar in veel moderne huizen wordt 28 kW of 36 kW geïnstalleerd, de comfortklasse (CW waarde) wordt steeds hoger. Waarom is dat?
Dit grotere vermogen is niet nodig om het huis te verwarmen, maar om het huishouden te voorzien van warm water. Het is vooral de moderne douche die bepalend is voor het grote vermogen van de combi ketel. We nemen geen genoegen meer met het armetierige straaltje dat we vroeger uit de geiser haalden. De moderne badkamer is een luxe ruimte met een douche die voelt als een waterval, liefst met een douchekop zo groot als een dambord. Zo’n douche levert 15 liter water of meer per minuut. En onder zo’n heerlijke douche willen we lekker lang blijven staan. Om dat comfort te leveren is dat grote vermogen nodig.
Het gastijdperk komt nu ten einde, we moeten iets anders bedenken voor de warmtevraag. De grote uitdaging voor de gas-afkoppeling is niet de verwarming van het huis. Met goede isolatie en vloerverwarming is een warmtepomp een uitstekende vervanging van de gasketel. Het koken op gas kunnen we heel goed vervangen door inductiekoken. Warm water in de keuken is met een kleine boiler makkelijk te regelen. Maar een systeem waarmee je de douche voorziet van 15 liter warm per minuut is een heel andere uitdaging.
Allerlei technische oplossingen dienen zich aan. Maar het zou een stuk makkelijker zijn als we het gevoel van comfort en luxe niet direct koppelen aan de plens water die we gebruiken voor de douche.
Eenzelfde fenomeen zien we bij het stroomverbruik, het gebruik van elektriciteit door de huishoudens ligt al een aantal jaren rond 3300 kWh per jaar. De toename van het aantal apparaten werd gecompenseerd door het lage verbruik van de nieuwe koelkast, de moderne wasmachine en de LED verlichting. Maar we krijgen steeds meer nieuwe apparaten met een hoog vermogen: de airfryer van 2500 Watt; het espresso apparaat van 2700 Watt; de heetwaterkraan van 2200 Watt. Ze worden maar kort gebruikt, maar gedurende die paar minuten moet het grote vermogen wel geleverd worden. In het moderne huis wordt elektrisch gekookt met de inductiekookplaat. De luxe modellen hebben een grote wokpit van 3200 Watt.
De standaardaansluiting van 3*25Amp kan ruim 17.000 Watt vermogen leveren, maar als een hele wijk tegelijkertijd de airfryer én de wokpit aanzet ontstaan er problemen op het net.
Ook hier geldt: kunnen we het gevoel van welvaart niet oproepen met wat lagere vermogens? En kunnen we met slimme regeltechniek de onzinnig hoge vermogenspieken niet wat afvlakken en met financiële prikkels de vermogenshonger tegengaan?
Enkele passende links:
Dit is een bewerking van een column die in juni 2018 in Friesch Dagblad werd gepubliceerd.
Vind je “spelen” met eenheden en begrippen leuk / interessant? Doe dan mee met de 6 Workshops Rekenen met Energie van 02025. Vanaf 3 februari elke week een uurtje van 20.00 uur tot 21.00 uur online. Gratis.
Voor wat betreft stroomverbruik mis ik in allerlei rapporten het opslaan van elektriciteit (zoals met een batterij) per huishouden. Opgewekte elektriciteit via eigen zonnepanelen kan dan worden opgeslagen en worden gebruikt wanneer het nodig is. Gevolg: het elektriciteitsverbruik van een huishouden wordt afgevlakt en bij grootschalige toepassing wordt het elektriciteitsnetwerk ontlast, waardoor de huidige piekknelpunten verdwijnen.
Goedemorgen Frans. Prachtig stuk wat helpt met onze bewustwording. Veel van de energietransitie vindt plaats tussen onze oren en daarmee ons gedrag.